Boris_Godunov_Mussorgsky_3_immortal_pieces_of_opera_music_Hits_Best_of

Met Boris Godoenov schreef Moesorgski een unieke opera, een monoliet in de operageschiedenis. De meest Russische van alle opera’s boeit met grootse muziek en fascinerende scènes en werd de Russische nationale opera. Veel van zijn muzikale ideeën werden decennia later de inspiratiebron van een nieuwe generatie kunstenaars.

 


 
 
 

 
 
 

Het drinklied van de bedelmonnik

We horen het peppy drinklied van de Kozakken in de Sovjet-Russische tv-versie uit 1954 die het bekijken waard is.
Kak vo gorode (Naar Kazan was het in de oude vesting)

 
 
 

 
 
 

De scène van de grote waanzin

Deze scène uit Boris Godoenov is een van de grootste waanzinscènes uit de operaliteratuur. Het wordt ook wel de Klokscène genoemd omdat het klokkenspel in Godoenovs kamer op het hele uur begint te lopen, en hij daarin de dode geest van Dmitri meent te herkennen. We zien de schokkende aftakeling van de koning, die soms alleen nog maar kan stotteren. Het is niet langer een van Verdi’s of Donizetti’s waanzinnige scènes met coloraturen en toonsprongen, maar de declamatie wordt gesproken theater. Moesorgski versterkt het effect door het gebruik van herhaalde tritoni, die de labiele toestand van Godoenov uitbeelden.

Sjaljapin, het prototype van de zingende acteur, was de beroemdste en beroemdste bas van de eerste helft van de 20e eeuw, die in alle grote operahuizen zong (na 1921 trad hij niet meer op in de Sovjet-Unie). Boris Godoenov was zijn parade-rol, en zijn vertolking van deze rol in de productie van 1908 heeft er mede toe bijgedragen dat deze opera internationaal is doorgebroken.

Uk tyazhelo (Oh, ik stik) – Sjalypin

 
 
 

 
 
 

De podiumdood

Opnieuw luiden de klokken, en opnieuw steekt de tsaar zijn hoofd op. Het koor van monniken is te horen, zij zijn zijn geweten en hij beseft dat zijn laatste uur nadert. Boris is nog maar een schim van zichzelf en kan alleen nog woorden stamelen. Plotseling klinkt een troostende melodie uit de diepte en keert de rust terug in de stervende tsaar. Lage klarinetten en fagotten begeleiden hem naar zijn dood, de muziek wordt majeur en eindigt in een troostende stemming.

Zvon! Pogrebal’ny zvon! Hark! (Hark, een klokkeluider) – Talvela / Banjewicz

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *