Opera Top 10 mooiste aria's voor tenor Opera Muziek

Een compilatie van de mooiste liefdesaria’s voor tenor met uitleg en leuke Youtube video’s.

 

 



10
RECONDITA ARMONIA
uit TOSCA van Giacomo Puccini

Synopsis: Cavaradossi schildert een schilderij van de Madonna in de kerk, die hij heeft versierd met de gelaatstrekken van Tosca en een tweede, onbekende schoonheid die de kerk vaak bezoekt. Hij denkt aan zijn geliefde Floria Tosca.

Deze aria van Cavaradossi is een hoogtepunt van de opera en wordt vroeg in de eerste akte gespeeld. Net als Verdi, stak Puccini er af en toe de draak mee om de notoire laatkomers te straffen.

De aria “Recondita armonia” moet door de tenor contemplatief gezongen worden, een overpeinzing zonder haast. Puccini schrijft “con dolcezza” in de partituur voor het orkest. Mooie details moeten worden benadrukt, zoals de letters “R” van “ardente” en “bruna” die Tosca beschrijft. Cavaradossi moet precies zingen, net zoals de schilder werkt met een precies oog. Zo moet de tenor de zinnen “tu azzurro hai l’occhio” (Attavanti) en “Tosca hai l’occhio nero” verschillend zingen, omdat het duidelijk blijft, dat Cavaradossi’s liefde bij Tosca ligt.

Deze prachtige tenoraria uit de eerste akte is een pronkstuk van vele tenoren in recitals. Luister naar de geweldige aria “Recondita armonia” gezongen door Jussi Björling. Hij was een van de grootste Puccini tenoren. Zijn stem had een zilverachtig timbre en zijn hoge noten waren van uitstekende kwaliteit.

9
SE QUEL GUERRIERO IO FOSSI ... CELESTE AIDA
uit AIDA van Giuseppe Verdi

Synopsis:Aida, de dochter van de Ethiopische koning Amonasro leeft als slavin aan het Egyptische hof. De Ethiopische krijgers vallen Egypte binnen om Aida te bevrijden. De Egyptische officier Radames droomt ervan terug te keren naar zijn geheime liefde Aida, gelauwerd uit de verdedigingsstrijd.

Verdi presenteert de rol van Radames met aanzienlijke moeilijkheden. De rol is geschreven voor een “lirico spinto”, een “jeugdige heldentenor”. Radames moet niet alleen de grote heldhaftige aria’s kunnen zingen, maar ook overtuigend zijn in lyrische pianopassages. De tenorstem moet hoorbaar zijn boven de scherpe trompetklanken uit en de warmte van de houtblazers kunnen bijbenen. De tenor moet ook zelfverzekerd zijn in de hoge noten. Meteen aan het begin moet Radames de grote aria “Celeste Aida” ongezongen zingen. Sommige tenoren beschouwen Celeste Aida als Verdi’s moeilijkste tenoraria. De briefscène van Anna Netrebko is gewoonweg prachtig. Zij beheerst de intieme delen van dit stuk, haar zang is subtiel, de piani zijn adembenemend, om even later in grote heftigheid extatische topnoten uit haar volle strot te toveren.

8
DU BIST MEIN GANZES HERZ
uit LAND DES LÄCHELNS (Land van de glimlach) van Franz Lehar

Synopsis: Lisa is verliefd geworden op de ambassadeur Sou-Chong. De twee beseffen hun wederzijdse liefde en besluiten samen naar China te gaan. Daar moet Lisa de kloof tussen hun culturen beseffen, die haar deprimeert. Het hoofd van de familie Tschang eist dat de prins vier Manchu-vrouwen huwt volgens de wetten van het land, Lisa zou dan de vijfde vrouw zijn. De prins begint de uitzichtloosheid van de situatie in te zien. Lisa is ongelukkig in het buitenland en verlangt terug naar haar Weense vaderland. Opnieuw probeert de prins haar te troosten en roept hij zijn liefde in.

Dit lied was praktisch noot-identiek reeds aanwezig in het vorige werk “van de gele jas”, maar werd nauwelijks opgemerkt. In de remake van het Land van de Glimlach werd dit stuk het gouden nummer. Hiervoor moet zeker veel lof worden toegezwaaid aan de tenor Richard Tauber. Tauber had in de jaren twintig al in 4 operettes met Lehar samengewerkt, en de voor Tauber op maat gemaakte liederen werden meestal in de tweede akte geplaatst en kregen de bijnaam “Tauber Lieder”. Het Tauber-lied “Dein ist mein ganzes Herz” is het bekendste, en een van de beroemdste tenorstukken ooit.

Het orkest leidt deze aria in met een weemoedig chromatisch akkoord. Lehar leidt de aria doelbewust naar de hoge Bes. Lehar schreef veel aria’s voor de tenor Richard Tauber. Zijn mooiste positie was het middenregister en zijn zwakte was het hoge register. Daarom gaat deze aria niet verder dan de hoge Bes. De artistieke samenwerking tussen Tauber en Lehar was symbiotisch tot in de hoogste graad. In 1920 zong Richard Tauber voor het eerst een operette van Lehar en oogstte onmiddellijk succes. Lehar leed onder het verval van het operettegenre en alleen met Tauber was Lehar in staat terug te keren naar de vroege successen van De Vrolijke Weduwe.

Richard Tauber was een van de grote entertainmentsterren tijdens zijn leven, en deze aria maakte van hem een legende.

7
DONNA NON VIDI MAI
uit MANON LESCAUT van Giacomo Puccini

Synopsis: Voor een herberg in Amiens. Een fanfare kondigt de komst van een postkoets aan. Daarin komen Manon en haar broer Lescaut aan, die stoppen voor een overnachting. Des Grieux ziet de jonge Manon en wordt onmiddellijk verliefd op haar. Als Lescaut naar de herberg gaat om voor de overnachting te zorgen, is ze even alleen en Des Grieux benadert haar. Hij verneemt haar naam en dat zij de volgende dag op bevel van haar vader naar het klooster zal vertrekken. Des Grieux biedt haar zijn hulp aan om aan haar lot te ontsnappen. Manon wil zijn naam weten en belooft haar ‘s avonds terug te komen. Al snel worden ze onderbroken, haar broer is teruggekeerd en leidt haar naar haar kamer. Des Grieux blijft achter. Rhapsodizing, denkt hij aan de mooie jonge vrouw.

De aria die nu volgt is het beroemdste stuk uit deze opera en de eerste beroemde aria geschreven door Puccini, die toen 33 jaar oud was…. De ¾ maat geeft het stuk een zangerig, dromerig karakter. De orkestrale begeleiding van de melodie is zeer rijk, de stemming van de begeleidende instrumenten met gedeelde snaren overspant meerdere octaven, waardoor de passie van Lescaut met noten in extreme registers wordt benadrukt.

In het tweede deel citeert Des Grieux teder en verrukt Manon’s motief “Manon Lescaut mi chiamo“, waarmee zij zichzelf had geïntroduceerd. Het is een verrassend effect, waardoor deze aria bijna een duet lijkt. Het derde deel, “O susurro gentil, deh! Non cessar!“, dat verschillende malen herhaald wordt, eindigt met een hartstochtelijke hoge B die met verve gezongen wordt:

Ondersteund door een moderne opname van een orkest, horen we Enrico Caruso’s interpretatie. Hij was een persoonlijke vriend van Puccini. Zijn stem is wonderbaarlijk zacht en vloeiend. Hij zingt deze aria breder en dromeriger, en het duurt een volle 30 seconden langer dan Domingo’s interpretatie, bijvoorbeeld.

6
CHE GELIDA MANINA
uit LA BOHÈME van Giacomo Puccini

Synopsis:De filosoof Colline komt thuis. Hij is in een slechte bui, omdat hij niets heeft kunnen verpanden in het pandjeshuis, dat op kerstavond gesloten was. Alleen de musicus Schaunard kon iets verdienen en brengt wijn, brandhout en wat geld mee. Dus besluiten ze kerstavond door te brengen in Café Momus. Ze worden onderbroken door hun huisbaas Benoit, die een aanmaning stuurt voor de lang achterstallige huur. Ze ontdoen zich van hem en gaan naar het café. Alleen Rodolfo blijft achter, want hij moet nog een artikel afmaken. Er wordt op de deur geklopt. Het is Mimi, de naaister van het appartement hiernaast. Ze vraagt om een vuurtje voor de gedoofde kaars. Mimi voelt zich zwak en Rodolfo ontfermt zich over haar. De twee praten over hun leven en hun dromen. Rodolfo begint en vertelt over zichzelf, de dichter, de miljonair van dromen.

De aria begint pianissimo en dolcissimo en het eerste deel eindigt met een prachtig rallentando als Rodolfo wijst op de prachtige maan die romantisch de kamer in schemert (“e qui la luna”). Rodolfo stelt zichzelf voor met een expressief “Chi son” waarin hij zichzelf beschrijft als een dichter en een arme kunstenaar. In het derde deel vertelt hij over zijn dromen, die glorieus culmineren in het woord “Millionaria“. In het vierde deel bezingt hij Mimi, die hij net heeft ontmoet. Oneindig romantisch is de beroemde slotsequens met de hoge C (Ma il furto non m’accora, poiché, poichè v’ha preso stanza, la speranza).

Veel deskundigen beschouwen Pavarotti als de beste Rodolfo in de opnamegeschiedenis. In de woorden van Kesting: “Schlechthin überragend, auch und gerade darstellisch setzt sich Pavarotti als Rodolfo unter Karajan in Szene. Het is een van de zeldzame vocale portretten die het karakter zichtbaar maakt. In geen enkele andere opname – La fille du régiment daargelaten – heeft hij vrijer en losser gezongen, in geen enkele met een rijker palet aan kleuren.”

5
HORCH, DIE LERCHE SINGT IM HAIN
uit DIE LUSTIGEN WEIBER VON WINDSOR van Otto Nicolai

Actie: In de tuin achter het huis van de Reichs. De Junker Spärlich wil Anna een serenade aanbieden, als hij wordt onderbroken door Dr. Cajus, die hetzelfde van plan is. Ook Fenton heeft hetzelfde idee, bij zijn verschijning verstoppen zijn twee rivalen zich en luisteren naar hem.

Begeleid door het getjilp van vogels in het orkest, zingt Fenton een romantische serenade. Deze aria zal waarschijnlijk voor altijd geassocieerd worden met Fritz Wunderlich, die met de welluidendheid van zijn stem en oprechte muzikaliteit deze serenade niet tot een sentimenteel stuk maakte, maar tot een soulvolle romance.

4
SALUT DEMEURE CHASTE E PURE
uit FAUST van Charles Gounod

Synopsis: Faust heeft een pact gesloten met Mephisto. Mephisto helpt de ouder wordende wetenschapper aan een liefdesbeziheung. In ruil daarvoor behoort zijn ziel hem toe in het hiernamaals. Mephisto laat Margarete als een visioen aan het spinnewiel verschijnen. Faust is betoverd en verrukt. Hij ondertekent snel het papier van Mefisto en krijgt als tegenprestatie een verjongingsdrank, die hij gulzig opdrinkt. De volgende dag ziet Faust Margaret en benadert haar. Maar zij wijst hem af, waarop Faust zich niet laat ontmoedigen, maar nog meer van haar gaat houden. De volgende dag verschijnt Faust in haar tuin, vergezeld door Mefisto. Mefisto vertrekt om een geschenk voor Margaret te kopen. Faust is intussen alleen, en zijn verwachting Margaret weer te zien is groot.

Kenmerkend voor deze beroemde aria is dat de tenor wordt begeleid door een soloviool, die gedurende het hele stuk om zijn stem heen speelt. Berlioz vond dat deze kunstgreep van Gounod “het geheel meer kwaad dan goed doet, en ik denk dat de zanger Duprez gelijk had, die op een dag, toen een instrumentale solo in het orkest hem begeleidde in een romance, zei: “Dit instrument van de duivel, met zijn loopjes en variaties, irriteert me als een vlieg die rond mijn hoofd zoemt en op mijn neus probeert te zitten.” Conde antwoordde dat Gounod met de viool zei wat woorden maar half konden zeggen: “ce que les mots ne disent qu’à demi.” Faust’s woorden zijn spiritueel en expressief. Woorden als “Innocente et divine” of “Que de richesse” geven de zanger de gelegenheid om de subtiliteit en rijkdom van zijn stem te tonen. De intensiteit neemt gestaag toe tot de climax van de aria met de spectaculaire hoge C, die smaakvol moet worden gezongen en in geen geval grof en applaudisserend mag worden gemaakt, want dat zou de stemming van dit stuk teniet doen. Het stuk eindigt prachtig met de soloviool in het Adagio.

Björling’s interpretatie is misschien wel onovertroffen. Hij heeft deze aria herhaaldelijk opgenomen. Luister en bekijk de opname van een televisie produktie. We noteren een onzekere blik in het begin, maar dan betovert Björling de luisteraar vanaf de eerste seconde. Hij verandert in een tedere, romantische minnaar. Zijn zang en spel zijn van grote natuurlijkheid, evenals de hoge C van het slot. Deze uitvoering, samen met Caruso’s interpretatie, is en was de blauwdruk voor alle tenoren die na hen kwamen.

3
IL MIO TESORO
uit DON GIOVANNI van WOLFGANG AMADEUS MOZART

Synopsis: Don Giovanni bevond zich in de slaapkamer van Donna Anna. Als Don Giovanni de kamer wil verlaten, probeert Donna Anna hem te verhinderen. Ze wil zijn naam weten. Het lawaai wekt de commandant, Donna Anna’s vader. Hij herkent de situatie en valt de verleider aan met zijn zwaard. In het duel steekt Don Giovanni de Commendatore neer. Donna Anna gaat samen met haar verloofde Don Ottavio op zoek naar de moordenaar. Don Ottavio troost zijn geliefde en wil de dood van haar vader wreken.

Een van Mozart’s beroemde tenor aria’s. Don Ottavio wordt gekenmerkt door twee gevoelens, aan de ene kant de plicht tot wraak en aan de andere kant de liefde voor Donna Anna. Deze gevoelens moeten met een aristocratische waardigheid gezongen worden. De aria begint met een warm expressief thema, dolce e espressivo, begeleid door een mooi motief in de strijkers. Het tweede deel van de aria is gewijd aan de wraak. De muziek wordt meer geagiteerd. Een virtuoze loop toont een geagiteerde en vastberaden Don Ottavio. Deze aria is een toetssteen voor tenoren. Het vereist eindeloze ademhaling, coloraturen en het vermogen om grote sprongen in toon te maken. Allemaal ingrediënten die zelfs doorgewinterde zangers doen zweten.

Voor velen was Mc Cormack’s 1916 interpretatie van deze aria de gouden standaard. Kesting rekent het tot de beste opnames: “Wie bijvoorbeeld wil begrijpen dat een veilig gecentreerde afgeronde F’ in een tenorstem belangrijker is dan een C”, hoe galmend ook, luistert naar Mc Cormacks aangehouden noten, aangeslagen met de resonantie van een klok. Mc Cormack overtreft alle andere zangers in deze aria.”

2
MORGENLICH LEUCHTEND
uit DIE MEISTERSINGER VON NÜRNBERG van Richard Wagner

Synopsis: De dag van de zangwedstrijd is aangebroken. Beckmesser en Walther von Stoltzing presenteren hun prijsnummer. De Zanger bezit de hand van Eva. Walther begint zijn lied. Reeds na de eerste strofe gaat er een geroezemoes van verbazing door het publiek en de meute van de Meistersinger, dat na de tweede strofe nog toeneemt. Na de derde strofe is er geen twijfel meer over de winnaar.

In wiegend ritme en begeleid door het tedere pizzicato van de strijkers en lieflijke tussenspelen van de houtblazers, ontvouwt zich de rozenaria van Susanna. Het is een prachtige, lyrische liefdesverklaring aan haar toekomstige echtgenoot Figaro, en de utopie van een wereld waarin klassentegenstellingen niet meer bestaan. De aria is een belangrijk rustpunt in de opera.

Preislied bestaat uit drie strofen die voortdurend toenemen in tempo, volume en intensiteit. Het is een urgente en romantische Heldentenor-aria die in het mooiste legato gezongen moet worden en zijn schoonheid niet in de laatste plaats ontleent aan de prachtige begeleiding.

Hoor Placido Domingo in dit effectieve stuk in de opname onder leiding van Eugen Jochum. De Spaanstalige tenor was in idiomatisch opzicht niet de ideale Walther, maar geen tenor kon tippen aan de schoonheid en pracht van zijn vertolking van het Preislied.

1
UNA FURTIVA LAGRIMA
uit L-ELISIR D-AMORE van Gaetano Donizetti

Synopsis: Adina, die niets weet van de dood van Nemorino’s oom en diens erfenis, verneemt van Dulcamara dat Nemorino zich omwille van haar aan Belcore heeft verkocht. Ontroerd koopt Adina de koopakte terug. Dulcamara wil haar ook een fles verkopen. Ze glimlacht alleen en zegt dat ze Nemorino wil terugwinnen met haar ogen en haar glimlach. Nemorino meent een traan in Adina’s oog te herkennen toen de meisjes hem het hof maakten.

Ingeleid door een fagot solo en harp (een interessante combinatie!) begint deze beroemde aria. Naast de schoonheid van de motieven valt op dat het eerste deel van elk couplet in mineur staat en het tweede deel in majeur. Deze overgang van pijn naar hoop wordt op prachtige wijze versterkt door de expressieve instrumentatie met fagot en klarinet.

In 1901 zong Enrico Caruso deze aria voor het eerst. Het was zijn debuutseizoen in La Scala en Toscanini dirigeerde. Wat volgde was de grootste ovatie ooit gehoord in dat theater. Het zou een van de belangrijkste opera’s uit zijn carrière bij de Met worden. “Una furtiva lagrima” was een van de eerste aria’s die Caruso opnam en werd (samen met “Vesti la giubba”) zijn handelsmerk.

Luister naar de opname, die begeleid werd door een modern orkest. Je hoort het klassieke rubato, bijvoorbeeld in het tweede “Che più cercando io vo” dat, gecombineerd met een grandioos accelerando, twee keer zo lang is als Pavarotti’s 80 jaar later. Hetzelfde kan gezegd worden van het (wonderbaarlijk) lange ritardando op “Io la vedo.” Luister naar Enrico Caruso in de opname van 1904 als hij deze passage teder zingt en vervolgens uitbundig in het “Cielo” uitbarst. Het laatste crescendo van “Si può morir” is een genot voor het oog met de volmaakte zwelling van het geluid en de gloedvolle slotnoten.

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *