Tristan_und_Isolde_Wagner_3_immortal_pieces_of_opera_music_Hits_Best_of

Wagner’s ambitie was om de grootste liefdesmuziek te componeren die ooit gehoord was. Om dit te doen, moest hij een nieuwe muzikale taal uitvinden voor “Tristan en Isolde. Hij voldeed aan deze eis en componeerde een werk dat, met zijn sensuele, opzwepende chromatiek, een enorme invloed zou uitoefenen op de klassieke muziekwereld gedurende de volgende bijna 100 jaar.


 
 
 

 
 

De prelude

Op het schip van Tristan op volle zee tijdens de overtocht van Ierland naar Cornwall.
Om Tristan muzikaal te begrijpen, onthult de ouverture ons al Wagners belangrijkste gedachten. De ouverture begint met het gebruik van de cello’s, die het zogenaamde lijdensmotief laten klinken:

Zelfs de eerste drie noten van het lijdend motief zijn kenmerken van tegenslag: de eerste sprong naar de lange noot is de kleine sext (het klassieke dreigende interval) en de volgende sprong is een kleine secunde (de hoogst mogelijke dissonantie). Reeds in de derde maat klinken de hobo’s het verlangende motief, waarvan het begin samenvalt met het einde van het lijdende motief:

Op deze beroemde samenkomst van de twee motieven klinkt het legendarische “Tristan-akkoord”, een akkoord met een vreemde zwevende dissonantie die noch pijn noch vreugde uitdrukt, maar een soort ” onbepaald zoeken naar een oplossing”:

Maar deze dissonantie wordt niet opgelost met het verlangende motief. En nu gebeurt het revolutionaire, na ongeveer 1’30” barst uit de violen en altviolen in f een pijnlijk zoete sequens los, die zich weer dringend tracht op te lossen:

Maar de oplossing komt er niet, want met het bereiken van de doelnoot is een andere dissonantie verschenen, enzovoort. Gedurende het hele voorspel zoekt de muziek naar de oplossing van deze vreemde, pijnlijke en onzekere dissonantie en vindt die niet. Het is, om Wagners woorden te gebruiken, een “verlangen” waarvan het verlangen “onverzadigbaar en eeuwig vernieuwd” is. Dit niet te stillen verlangen zal de luisteraar gedurende de hele opera vergezellen! Kort na deze passage treffen we een verwant motief aan met de beroemde, beknopte septiemsprong, die we weer zullen tegenkomen als Tristan en Isolde elkaar later diep in de ogen kijken, vandaar dat het de naam “blikmotief” heeft gekregen:

Telkens weer bouwt Wagner chromatische dissonantketens in om het effect te versterken, zoals bijvoorbeeld na ongeveer 2’30”:

We horen de ouverture in de interpretatie van Wilhelm Furtwängler. Zijn opname uit 1952 wordt door de meeste kenners beschouwd als de referentie-opname. Furtwängler wordt vaak een van de grote Wagnerianen van de 20e eeuw genoemd.

Ouvertüre – Furtwängler

 
 
 

 
 
 

Het nachtlied

Tristan leidt Isolde naar een met bloemen versierd bankje onder een met sterren bezaaide hemel, en zij roepen de nacht en de dood aan als symbolen van hun liefde.
Dit zogenaamde “Nachtgesang” begint met de fijnste akkoorden van de gedempte strijkers en met een oneindige melodie in Tristan’s stem, het droomachtige nacht aanroepingsmotief:

Nu deed Wagner iets wat hij altijd probeerde te vermijden: het gelijktijdig zingen van twee stemmen, wat naar zijn mening onnatuurlijk was. In het liefdesduet heeft hij geen andere keus dan de volledige versmelting van de twee geliefden tot “heilger Dämm’rung hehres Ahnen löscht des Wähnens Graus welterlösend aus”. Ontroerd zingt Isolde dan de dromerige melodie van “Barg im Busen”:

Daarna eindigt deze nachtmuziek dromerig. Wagner gebruikt een deel van zijn motieven voor deze passage uit “Träume” de vijfde van zijn Wesendonck-Lieder (op gedichten van Mathilde Wesendonck).

Margaret Price, de Isolde op Kleiber’s opname was een Mozart zangeres, haar stem dus wat slanker dan die van een “zeer dramatische sopraan”. Samen met Kollo brengt zij een betoverende tedere stemming in deze romantische passage, die door Kleiber met een lange boog wordt gedirigeerd. Bijzonder mooi klinkt de verrukkelijke verdwijning van de twee stemmen aan het eind.

O sink hernieder – Kollo / Prijs

 
 
 
 
 
 

De liefdesdood

Marke ziet Isolde, die naast het sterfbed van Tristan staat. Ze reageert niet meer. Ze is in het rijk van Tristan getreden en haar ziel verlaat de wereld.
De zogenaamde “Liebestod” is eigenlijk geen dood, maar, zoals Wagner het tafereel noemde, een “transfiguratie”, of zoals Isolde het uitdrukt: “Verdrinken – zinken – onbewust hoogste genot!” (“Ertrinken – versinken – onbewusst höchste Lust!”)

De opera vervaagt met het oplossen van de spanning na vier uur met de twee beroemde Bes-groot slotakkoorden.
Nina Stemme is de Isolde van onze tijd. Luister naar haar grandioze transfiguratie. Haar stem heeft de doordringende kracht en de warmte die de luisteraar gelukzalig maakt.

Mild und Leise – Stemme

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *