“Iphigenia en Tauride” is, samen met zijn “Orfeo ed Euridice”, het grootste meesterwerk van Gluck. De melodieën zijn parmantig en mooi, de orkestratie is aangrijpend, het drama is coherent, en de drie hoofdrollen zijn meeslepende persoonlijkheden en vragen om grote, volwassen artiesten.
Iphigenia’s grote aria “O toi qui prolongea mes jours”
Iphigenia’s grote da capo aria (A-B-A) in akte 1, “Ô toi, qui prolongeas mes jours” (“O jij die mij eens redde”), waarmee zij Diana smeekt haar te laten sterven, wordt gekenmerkt door een sobere en nobele eenvoud. Het is een “Aria di cantilena” gecomponeerd in langzaam tempo en met lange lijnen, te zingen met perfect legato.
O toi qui prolongea mes jours – Crespin
Pylade’s grote aria ” Unis dès la plus tendre enfance”
Fritz Wunderlich was in staat deze aria de glans te geven die zij nodig heeft. De pijn en het zelfvertrouwen van Pylades krijgen bij Wunderlich een prachtige adel en intensiteit.
Alleen een wens, alleen een verlangen – Wunderlich.
Iphigenia’s wanhopige “O malheureux Iphigénie”
“O malheureux Iphigénie” is een grote Italiaanse aria die Gluck aan het Franse publiek presenteerde. Het is het drama van de ziel van Iphigenie.
We horen Maria Callas, die een uitmuntend vertolkster was van de werken van Gluck. Zij zong zowel Orfeo als Iphigenie op het toneel. Callas laat de wanhoop van Iphigenie op de meest pijnlijke manier voelen, een beklijvende vertolking.
O malheureux Iphigénie – Callas
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!