Samson et Dalila_Saint_Saens_3_immortal_pieces_of_opera_music

Samson et Dalila is een van de 5 grootste werken uit de Franse opera literatuur. Drie onsterfelijke aria’s voor mezzosopraan, het overweldigende Bacchanale, een aantrekkelijke tenorrol en de grote koren laten blijvende indrukken na. De tweede akte toont de grootste emoties en hartstochten.

 

 
 
 

 
 
 

Dalila’s grote smeekbede aan de God van de liefde

Een rusteloze inleiding toont Dalila’s onrust; wraak is haar doel. De uitdaging van deze aria is om het prachtige gebed tot de God van de liefde vrouwelijk te houden, ondanks de wraakzuchtige tekst (hij is mijn slaaf; giet het gif in zijn aderen) en de lage passages.

Niemand kon de smeekbede zo krachtig brengen als Maria Callas.

Samson, recherchant ma présence … Amour! viens aider ma faiblesse! – Maria Callas

 
 
 
 
 
 

De grote verleidingsscène – Mon coeur s’ouvre à ta voix

Saint-Saens schreef niet minder dan drie grote, onsterfelijke aria’s voor de rol van Dalila. Deze aria is een van de mooiste en meest verleidelijke aria’s uit het hele operarepertoire.
Dalila wil Samson verleiden uit raison d’état, maar men voelt dat er meer achter haar verleidelijke beloften zit. Ze is misschien niet verliefd op Samson, maar ze heeft wel gevoelens voor hem. Ze probeert Simson te verleiden met haar warme, erotische stem. De begeleiding van het orkest is delicaat, soms speels, en geheel zonder koper- en slagwerkinstrumenten.

Saint-Saens’ aanduiding voor de uitvoering is “dolcissimo e cantabile”. De stem en het orkest stralen in lichtgevend majeur. Het orkest speelt aanzwellende en afnemende akkoorden die een zacht, golvend briesje imiteren, een allegorie voor schoonheid en verleiding.

Maar Dalila heeft haar eindbestemming nog niet bereikt. Ze moet achter Samson’s geheim komen. Liefkozend, bijna smekend, vraagt ze Samson tegen haar te spreken, haar tranen te drogen. De toon wordt dringender en zij herhaalt het extatische “versez moi l’ivresse” (“vul mij met geluk”) waarmee zij Samson voor zich wil winnen. Een prachtige passage van de klarinet neemt het thema op een pijnlijk zoete manier over. Het tweede deel neemt de thema’s van het eerste deel weer op. De klank van het orkest verandert steeds meer met verleidelijke oosterse figuren totdat in het laatste deel de westerse harmonieën weer te horen zijn. Aan het eind geeft Samson zich over, het stuk wordt een duet, en hij zegt meerdere malen “Dalila, je t’aime”.
Zie een prachtig fragment met Olga Borodina en Placido Domingo
Mon coeur s’ouvre à ta voix – Borodina / Domingo

 

 
 
 

 
 
 

De beroemde Bacchanale – oosterse klanken

Met de Bacchanale schreef Saint-Saens een ballet als een ontketend erotisch schilderij. Aangestoken door de energieke muziek beginnen de gasten hun extatische dans.
Het ballet begint met een hobo inleiding. De muziek is geschreven in Phrygisch majeur (de Jihaz), een toonladder die veel voorkomt in Oosterse muziek.

Saint-Saens imiteerde een half dozijn oude Arabische instrumenten in het Bacchanale (en in de hele opera). De hobo-inleiding doet denken aan de klank van een shawm, de harp imiteert een qunan, en de pizzicato gespeelde snaren imiteren een oude, een luitachtige gitaar met een gebogen hals die met een plectrum wordt aangeslagen en nog steeds in gebruik is.

In een tweede deel wordt de muziek Europees, walsachtig om dan terug te keren naar de wereld van het eerste deel.

Het Bacchanale doet in de verte denken aan de Venusberg-scène uit Tannhäuser, en was zeker een inspiratiebron voor Strauss’ “Dans van de zeven sluiers” uit Salome in22.

Hoor en zie een prachtige Bacchanale in een Met-productie.

Bacchanale – Levine

222

Johann Strauss’ Fledermaus weerspiegelt de betoverende en onvergetelijke pracht van de belle époque en de charme van Wenen.

 
 
 

 
 
 

O hoe ontroerend is dit (O je wie rührt mich dies) – de komedie begint

Alles is eerlijk in deze komedie. Heerlijk hoe in deze opname met Hermann Prey en Kiri te Kanawa het afscheid van echtgenoot Eisenstein van zijn vrouw wordt ingeleid met een citaat uit Die Walküre en overgaat in “O je wie rührt mich dies”, waarin de twee spijt veinzen over de situatie.
Zo bleib ich nun allein (trio) … O je wie rührt mich dies

 
 
 
 
 
 

Het “Klokduet”

De gevangenisdirecteur Dr. Frank verschijnt, uitgenodigd onder de naam van Chevalier Chagrin. Met plezier stelt Orlofsky de twee nep-Fransen Renard en Chagrin aan elkaar voor, en de twee moeten in het Frans converseren. Last but not least verschijnt de gemaskerde Rosalinde alias gravin. Zij ziet eerst haar man en, tot haar verbazing, Adele. Eisenstein alias Renard wordt voorgesteld aan de mysterieuze gravin en hij raakt onmiddellijk in vuur en vlam. Terwijl hij met haar flirt, zweert Rosalinde inwendig wraak. Als bewijs krijgt ze het zakhorloge van Eisenstein in handen.
Dit stuk is ook bekend als het Horloge Duet.
Dieser Anstand, so manierlich (duet) Prooi / te Kanawa

 

 
 
 

 
 
 

“Mein Herrn Marquis” – de duizelingwekkende vertolking van Adele

“Mein Herrn Marquis, ein Mann wie sie” is een van de oorwormen van deze opera. Met een plagerige wals ontmaskert het dienstmeisje haar meester met de woorden “No Herr Marquis a man like you should understand this better”.
Mein Herr Marquis (2:15) – Gruberova

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *